Nieuws

Blog: Fiscaal gebruik van strafrechtelijk, onrechtmatig verkregen bewijs

Afbeelding voor Blog: Fiscaal gebruik van strafrechtelijk, onrechtmatig verkregen bewijs
Delen

In fiscale zaken wordt geregeld bewijs gebruikt dat afkomstig is uit een strafzaak. De Hoge Raad heeft onlangs zijn arrest van 1 juli 1992 bevestigd dat strafrechtelijk, onrechtmatig verkregen bewijs mag worden gebruikt voor belastingheffing en boeteoplegging! De fiscale rechter hoeft zich in beginsel niets aan te trekken van een oordeel van de strafrechter. Hoe zit dat?

Vrije bewijsleer in fiscaal recht

Het bewijsrecht is fiscaal per definitie anders dan in het strafrecht. In een fiscale procedure gelden de bestuursrechtelijke bewijsregels. Er is sprake van een vrije bewijsleer. In een notendop betekent dit dat het aan de Inspecteur is om (extra) te betalen belasting aannemelijk te maken. Als het daarentegen gaat om een vermindering van de belasting, zoals bijvoorbeeld bij aftrekposten, is het aan de belastingplichtige om dit aannemelijk te maken. Dit speelt bijvoorbeeld als wordt afgeweken van de aangifte. In beginsel zijn alle bewijsmiddelen daarbij toegelaten.

Negatief bewijsstelsel in strafrecht

Het strafrecht kent, anders dan het fiscaal recht, een negatief wettelijk bewijsstelsel. De wet bepaalt welke bewijsmiddelen worden toegelaten. Het is aan de rechter om te bepalen of voldoende bewijs is geleverd voor het (mogelijk) gepleegde delict. Er gelden bepaalde bewijsminimum-voorschriften. Indien er voldoende bewijs is, komt de rechterlijke overtuiging in beeld. Als een delict wettelijk en overtuigend wordt bewezen, kan de verdachte worden veroordeeld.

Bewijsmateriaal kan worden geweigerd

Indien opsporingsambtenaren vormen hebben verzuimd in het voorbereidende opsporingsonderzoek, kan de strafrechter daar verschillende consequenties aan verbinden (art. 395a Sv). Een belangrijke consequentie is bewijsuitsluiting. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als een verdachte voorafgaand aan het politieverhoor niet wordt gewezen op zijn recht om te zwijgen. Als de zogenoemde cautie niet is verleend, mag de (belastende) verklaring in beginsel niet worden gebruikt voor het bewijs.

Voorbeeld: Witwassen

Stel nu dat een verdachte heeft verklaard dat hij tonnen aan omzet (zwart) heeft afgeroomd en geïnvesteerd in onroerend goed. De consequentie is dat de strafrechter de verdachte vrijspreekt voor witwassen, aangezien sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs. De Inspecteur kan deze informatie daarentegen wel gebruiken voor fiscale doeleinden. Bijvoorbeeld voor het opleggen van verschillende belastingaanslagen, mogelijk inclusief boetes. Dan kan een probleem gaan spelen aangezien boetes een punitieve sanctie zijn in de zin van artikel 6 EVRM.

Belastingrechter velt een eigen oordeel

De Hoge Raad heeft echter bepaald dat de Inspecteur voor de belastingheffing en de boeteoplegging in beginsel gebruik mag maken van strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs. Dat is alleen anders wanneer het gebruik zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit gebruik ontoelaatbaar moet worden geacht. Het is dus van belang om in de praktijk de handelwijze van de fiscus na te gaan en te toetsen.

Voorts heeft de Hoge Raad nog geoordeeld dat de belastingrechter niet gebonden is aan een oordeel van de strafrechter over hetzelfde feitencomplex, zelfs niet als aan hem dezelfde bewijsmiddelen ter beschikking staan als aan de strafrechter.

Wilt u ons advies?

Als u meer informatie wenst of met een dergelijke situatie te maken heeft, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.