Hoge Raad negeert media-aandacht voor zwartspaarders
Afgelopen vrijdag, 22 januari 2021, heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een zaak waar sprake was van een vrijwillige verbetering van de eigen aangifte. De belastingplichtige in deze procedure had in het verleden verzuimd zijn buitenlandse bankrekening in de aangiften te verantwoorden. Bij een vrijwillige verbetering of inkeer blijven boetes achterwege of worden deze verlaagd door de Belastingdienst. Dat is slechts anders als de belastingplichtige moet vermoeden dat de Belastingdienst de onjuistheden al op het spoor is.
Groepsverzoek om informatie
Dat laatste stelde de inspecteur in deze zaak, omdat de belastingplichtige zou voldoen aan de criteria van een groepsverzoek om informatie van de Nederlandse fiscus aan de Zwitserse fiscus en de bank UBS. Dit groepsverzoek heeft veel media-aandacht gekregen. Daarom meende de inspecteur dat de belastingplichtige moest vermoeden dat de Belastingdienst hem op het spoor was.
Geen aanwijzingen voor onjuiste inkeer
De Hoge Raad haalt echter een streep door dat standpunt en oordeelt dat de Belastingdienst op het moment van inkeer geen aanwijzingen had voor de onjuiste inkeer. Dat is goed nieuws voor degenen die hun aangiften vrijwillig hebben verbeterd of van plan zijn dat te doen. Wij zijn benieuwd wat de Belastingdienst gaat doen in de lopende procedures van ons kantoor over deze kwestie. Wij hebben namelijk van meet af aan het standpunt ingenomen dat media-aandacht niet hetzelfde is als op het spoor zijn. Wordt dus vervolgd.