Blog: Pas op voor te late aangifte!
Het te laat indienen van een belastingaangifte klinkt als een relatief gering verzuim. Niettemin heeft de wetgever daaraan een aantal negatieve consequenties voor de belastingplichtige verbonden. Een te late aangifte staat in het wettelijk systeem zelfs gelijk aan in het geheel geen aangifte doen, terwijl het toch minder ernstig klinkt. We zetten de risico’s voor u op een rij.
Te late aangifte
Indien de Belastingdienst weet of vermoedt dat er belastingplicht bestaat, reikt hij een aangiftebiljet uit. De belastingplichtige is zelfs verplicht om een aangiftebiljet te vragen als hij denkt dat hij belastingplichtig is. Op het aangiftebiljet vermeldt de Belastingdienst een termijn waarbinnen de aangifte moet zijn ingediend. Als die termijn niet wordt gehaald, volgt voor de inkomstenbelasting eerst een herinneringsbrief. Daarna komt de aanmaning tot het doen van aangifte. Dat geldt ook voor de andere aanslagbelastingen. De aangifte moet dan binnen tien werkdagen worden ingediend.
Ambtshalve aanslag bij ontbreken aangifte
Bij verzuim van die termijn legt de inspecteur een ambtshalve aanslag op. Daarbij wordt het belastbaar inkomen/bedrag geschat. In de praktijk moet regelmatig na ontvangst van de ‘tiendagenbrief’ een aangifte op basis van een concept-jaarrekening worden ingediend. Een dergelijke handelwijze is niet zonder risico’s, bijvoorbeeld wanneer de definitieve jaarrekening aanzienlijk afwijkt van de conceptcijfers. Wat dan te doen?
Bezwaar tegen ambtshalve aanslag
Tegen de ambtshalve aanslag kan de belastingplichtige bezwaar maken. In de praktijk vindt dat veelal plaats door alsnog aangifte te doen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een dergelijke aangifte kwalificeert als bezwaar tegen de aanslag, maar dat deze aangifte niet is aan te merken als een aangifte in de zin van de wet. Het alsnog indienen van de aangifte heeft natuurlijk slechts effect als de aangifte binnen de bezwaartermijn van zes weken wordt ingediend. Doorgaans zal deze aangifte door de Belastingdienst worden gevolgd. Complicaties kunnen echter ontstaan zodra de inspecteur de aangifte niet volgt.
Omkering bewijslast
De wet bepaalt dat de belastingplichtige die niet de ‘vereiste aangifte’ heeft gedaan geconfronteerd wordt met de zogenoemde omkering van de bewijslast. Dat betekent dat de belastingplichtige moet bewijzen dat en in hoeverre de aanslag onjuist is. Daarbij wordt de bewijslast verzwaard: de belastingplichtige moet in plaats van de normale bewijslast van ‘aannemelijk maken’ nu ‘laten blijken’. Laten blijken betekent in dit verband overtuigend aantonen. Oftewel de belastingplichtige moet onomstotelijk aantonen dat de aanslag onjuist is. Dat is een bewijslast die vrijwel nooit of moeilijk te dragen is.
Verzuim- of vergrijpboete
Naast de omkering van de bewijslast verbindt de wet aan een te late aangifte ook een boete. De inspecteur heeft de keuze uit een verzuim- of vergrijpboete. Een verzuimboete wordt opgelegd vanwege het enkele feit dat de aangifte te laat is gedaan. Deze boete bedraagt op dit moment € 369. Voor de te late aangifte vennootschapsbelasting is de boete echter € 2639. Een merkwaardig verschil.
Voor de aangiftebelastingen zijn de verzuimboetes aanzienlijk lager bij een te late aangifte. De wetgever vindt de betaling van belasting belangrijker dan het aangiftebiljet. Als de inspecteur kiest voor een vergrijpboete dient hij te bewijzen dat het aan opzet van de belastingplichtige is te wijten dat geen aangifte is gedaan. De boete bedraagt 50% van de verschuldigde belasting.
Strafrecht
Indien een aangifte opzettelijk niet binnen de gestelde termijn wordt gedaan, kan dit feit zelfs strafrechtelijk vervolgd worden. In de rechtspraak zijn daarvan voorbeelden aan te wijzen.
Meer weten?
Neem dan contact met ons op. We helpen u graag.