Nieuws

Strafkamer Hof verstevigt verbod op zelfincriminatie

Afbeelding voor Strafkamer Hof verstevigt verbod op zelfincriminatie
Delen

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 16 februari 2022 een moedige maar ons inziens terechte uitspraak gedaan over het nemo tenetur-beginsel: het recht om niet aan je eigen veroordeling mee te hoeven werken (uitspraak Hof).

Wilsafhankelijk materiaal

In een milieuzaak (illegaal vuurwerk) overwoog het Hof dat de verdachte op grond van de wet gehouden was – op straffe van een boete – facturen en bestelgegevens van in Polen gekocht vuurwerk te overhandigen aan de Politie. En daarmee verplicht was aan zijn eigen veroordeling mee te werken. Omdat de Politie niet eigenhandig, zonder de actieve medewerking van de verdachte, aan deze stukken kon komen, is er volgens het Hof sprake van informatie afhankelijk van de wil. Dergelijke afgedwongen wilsafhankelijke informatie mag niet tegen de verdachte worden gebruikt. De verdachte wordt vervolgens op dit punt vrijgesproken.

Moedige uitspraak over het nemo tenetur-beginsel

De uitspraak van het Hof is moedig, omdat de Hoge Raad vooralsnog een andere lijn lijkt voor te staan. Namelijk dat bescheiden als facturen en (buitenlandse) bankstukken reeds bestaan en daarmee per definitie wilsonafhankelijk zijn. Dat de autoriteiten zonder de actieve medewerking van de verdachte niet de beschikking zou kunnen krijgen over deze informatie, is dan kennelijk niet relevant.

Terechte uitspraak van het Hof

Wij menen dat de uitspraak van het Hof desondanks terecht is omdat de lijn die de Hoge Raad volgt, op gespannen voet staat met de jurisprudentie van het Europees Hof in Straatsburg (EHRM). In diverse arresten heeft het EHRM beslist dat bankstukken waar de autoriteiten niet zelf de hand op kunnen leggen, van de wil van de verdachte afhankelijk zijn. Je kunt dan volgens het EHRM niet verplicht worden om dergelijke informatie te verstrekken als het risico bestaat dat het tegen je gebruikt gaat worde

Gevolgen uitspraak voor de fiscale praktijk

De raakvlakken met de fiscale praktijk zijn groot, omdat ook de Belastingdienst de belastingplichtige vaak dwingt om stukken te overleggen. Stukken die de Belastingdienst via bijvoorbeeld een beslaglegging of internationaal uitwisselingsverzoek, nooit zelf kan verkrijgen. De praktijk leert dat de Belastingdienst die afgedwongen informatie vervolgens toch gebruikt voor de oplegging van een (forse) boete of zelfs voor een strafzaak via de FIOD. Daarin gesterkt door de beslissing van de Hoge Raad. Wij menen dat deze praktijk onrechtmatig is. Enige jaren loopt hierover een procedure bij het EHRM van mijn hand (artikel). Het wachten is op de broodnodige duidelijkheid. Misschien komt die al eerder van de Hoge Raad, want tegen de uitspraak van het Hof is cassatie ingesteld.

Direct hulp nodig?

Onze advocaten schakelen snel en zijn direct bereikbaar.

logo beeldmerk