Verschoningsrecht beperkt uitwisseling informatie Belastingdienst en OM

De Hoge Raad heeft een belangrijk arrest gewezen over het verschoningsrecht van advocaten, met grote gevolgen voor de fiscale en strafrechtelijke praktijk. In dit artikel leggen wij uit wat het verschoningsrecht inhoudt, wat er speelde in deze zaak, en wat de belangrijkste lessen zijn voor de praktijk.
Wat is het verschoningsrecht?
Het verschoningsrecht is het recht van bepaalde beroepsgroepen, zoals advocaten, om te weigeren informatie te verstrekken over wat hun cliënten hen in vertrouwen hebben verteld. Dit recht is bedoeld om de vertrouwensrelatie tussen cliënt en advocaat te beschermen. Zonder deze bescherming zouden cliënten mogelijk niet open zijn tegenover hun advocaat, wat de rechtstaat ondermijnt.
Waar ging de zaak over?
In deze zaak had een advocaat, namens zijn cliënten, stukken ingebracht in een fiscale procedure bij het gerechtshof. Het ging onder meer om een zogenaamd “tiendagenstuk” en verklaringen van getuigen. Later werden deze stukken door de Belastingdienst gedeeld met de FIOD (de opsporingsdienst van de Belastingdienst) en het Openbaar Ministerie, die een strafrechtelijk onderzoek waren gestart naar de cliënten van de advocaat. De advocaat vond dat deze stukken onder zijn verschoningsrecht vielen en niet in het strafdossier thuishoorden.
Wat oordeelde de Hoge Raad?
De Hoge Raad heeft in dit arrest (ECLI:NL:HR:2025:456) een aantal belangrijke punten verduidelijkt: Het feit dat een advocaat vertrouwelijke stukken in een fiscale procedure inbrengt, betekent niet dat hij daarmee zijn verschoningsrecht prijsgeeft voor een eventuele latere strafzaak. De vertrouwelijkheid blijft in principe bestaan, tenzij de informatie door de fiscale rechter openbaar wordt gemaakt in de uitspraak.
Als de Belastingdienst of het Openbaar Ministerie vermoedt dat stukken onder het verschoningsrecht vallen, moet de rechter-commissaris beoordelen of dat inderdaad zo is. Daarbij moet de advocaat de kans krijgen om zijn standpunt toe te lichten. Alleen als de rechter-commissaris oordeelt dat het verschoningsrecht niet geldt, mogen de stukken worden gebruikt in het strafrechtelijk onderzoek.
Als vertrouwelijke stukken toch in het strafdossier terechtkomen zonder dat de rechter-commissaris heeft beoordeeld of er sprake is van verschoningsgerechtigde stukken, kan de advocaat in de strafzaak verweer voeren tegen het gebruik daarvan. De strafrechter moet dan beoordelen of het bewijs mag worden gebruikt.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Voor cliënten en advocaten is het geruststellend dat het verschoningsrecht stevig wordt beschermd, ook als stukken in een fiscale procedure zijn ingebracht. Het is dus niet zo dat alles wat in een belastingzaak wordt gedeeld, automatisch in een strafzaak mag worden gebruikt. Het is echter wel een risico dat de belastingrechter bepaalt in hoeverre ingebrachte informatie wordt opgenomen in de uitspraak en daarmee openbaar wordt gemaakt. Om dit risico te verkleinen, zal dus altijd de afweging moeten worden gemaakt of stukken die in worden gebracht in een fiscale zaak, mogelijk belastend kunnen zijn in een strafrechtelijk onderzoek. Bij twijfel, niet inbrengen is ons advies. Voorkomen blijft nog altijd beter dan genezen.
Twijfelt u of u bepaalde informatie wel of niet moet verstrekken aan de Belastingdienst? Wij kijken graag met u mee. Neem vrijblijvend contact met ons op voor een afspraak.
Direct hulp nodig?
Onze advocaten schakelen snel en zijn direct bereikbaar.